Ons voorouderlijk beroep; onze wortels gaan eeuwen terug in de bosbouw.

Ik wil hier de nadruk leggen op het feit dat dit mijn verhaal is met het inzicht en de herinneringen waaruit ik gegroeid ben. Er zijn net zoveel verhalen en waarheden als er levende wezens zijn. Deze waarheden zijn bovendien op elk moment vatbaar voor verandering.

Volgens het verhaal dat mij verteld werd begon mijn grootvader die toen boer was in de jaren 1940 zijn pure landbouwactiviteiten uit te breiden door niet enkel de grond te bewerken via de landbouw maar ook de grondstoffen in het bos.

In de moeilijke jaren na de Tweede Wereldoorlog was dit logisch voor een gezinshoofd van een familie die uiteindelijk 15 kinderen zou voortbrengen, in een klein dorp in de Ardennen.

Het verhaal zegt dat mijn grootvader Georges een kleine houthandel begon door zachthout aan te kopen, aanvankelijk in het gebied grenzend aan de familieboerderij. De bomen werden met de hand geveld door houthakkers met behulp van zagen en werden onttakt met een schraper. Het hout werd vervolgens vervoerd met behulp van trekpaarden.

De eerste vrachtwagens, Fords Canadas, werden met lier beladen en verschenen later dan de hooiwagens die waarschijnlijk in de eerste jaren werden gebruikt voor het vervoer.

De stammen werden naar het land van mijn grootouders gebracht, dat zich aanvankelijk in Grandmenil bevond, daarna in Manhay. Dit land werd het ‘station’ genoemd omdat het de plek was van het oude station van de plaatselijke spoorwegen die zou worden overgenomen door Georges en zijn collega’s.

Het zachthout werd vervolgens in stukken van verschillende lengtes gezaagd en per stuk verkocht.

Dus na de landbouw is bosbouw het beroep dat ik geërfd heb als oudste van de kleindochters van mijn grootvader.

Ik had nooit gedacht dat hout mijn leven of mijn roeping zou worden, en ik geloof ook niet dat het toeval was … Misschien had het leven toen dit vak, waar ik geleidelijk expert in ben geworden, als verrassing voor me in petto.

Toch heeft de geur van hout mij altijd vergezeld en maakt het door de seizoenen heen deel uit van mijn dagelijks leven.

Toen ik jong was, mochten mijn zussen en ik niet naar de houtstapels te gaan. We mochten het landgoed van de familie nauwelijks verlaten, behalve op zondag want dat was de dag waarop er volgens mijn moeder eigenlijk geen vrachtverkeer of gevaarlijke machines waren.

Maar zelfs op zondag was het verboden om op de houtstapels te klimmen. We mochten er zelfs niet bij komen.

Dit maakte het natuurlijk enkel maar aantrekkelijker.

Ik wil graag van deze gelegenheid gebruik maken om een eerbetoon te brengen aan mijn lieve grootmoeder van vaderskant, Bertha, die op Valentijnsdag van dit jaar 2023 is overleden. Deze “grote” dame, bekend als “Marraine”, voedde de 15 kinderen die ze in 15 jaar ter wereld bracht zo goed mogelijk op, zonder ze onderweg te verliezen.